De vogeltrek
De vogeltrek. Misschien wel één van de boeiendste verschijnselen in onze natuur. Jaarlijks trekken miljarden vogels over de aarde van hun overwinteringsgebieden naar hun broedgebieden. En weer terug. Hierbij trekken vrijwel al die vogels het liefst over land. Op open zee valt voor hen niets te halen en op de grens van water en land is voor veel soorten juist veel voedsel te vinden. Precies langs deze grens van water en land liggen de zes nationale parken Schiermonnikoog, Lauwersmeer, Duinen van Texel, Nieuw Land, Oosterschelde en NLDelta.
Trekroutes langs de kusten
De belangrijkste trekroutes concentreren zich langs de kusten van de continenten. Ons land ligt precies op een belangrijk knooppunt op de Oost-Atlantische trekroute. Jaarlijks komen hier tientallen miljoenen vogels langs. Het gaat daarbij om ruim 300 verschillende soorten. Deze strategische ligging van Nederland zorgt ervoor dat we een zeer vogelrijk land zijn. Nationaal Park Schiermonnikoog en het Waddengebied zijn natuurlijk onderdeel van dit belangrijke trekvogelknooppunt.
Nationaal Park Schiermonnikoog
Schiermonnikoog is een ideale plek om de vogeltrek mee te maken. Boven het wad kun je in de trektijd grote wolken steltlopers zien ‘dansen’. In het duinstruweel wemelt het in het najaar van de kramsvogels en koperwieken die alle besjes van de struiken eten voordat ze verder vliegen. Ook broeden er veel trekvogels in het Nationaal Park én zijn er in de wintermaanden veel overwinteraars op het eiland te vinden.
Voorbeelden van trekvogels op Schiermonnikoog
De lepelaar
Veel lepelaars overwinteren in Mauretanië aan de Afrikaanse westkust, in een gebied dat behoorlijk op het Waddengebied lijkt. Jonge lepelaars blijven daar na hun eerste winter ook nog een zomer hangen. Ze houden eerst een tussenjaar voordat ze aan een gezin beginnen. Pas in hun tweede jaar vliegen ze terug naar Nederland om te broeden.
De drieteenstrandloper
Drieteenstrandlopers zie je vaak op het strand voor de golven uit rennen. Ze eten kleine diertjes die door het water op het strand worden achteregelaten. Daarom lopen ze steeds op de plek waar net nog een golf is geweest. Ze broeden in het hoge noorden, in Groenland en Siberië. Een deel van de drieteenstrandlopers blijft in Nederland overwinteren. Een ander deel vliegt nog verder naar het zuiden, tot Zuid-Afrika aan toe.
De brandgans
Brandganzen zijn echte wintergasten. Ze broeden in Siberië en overwinteren in Nederland. Pas halverwege mei vertrekken ze weer naar hun broedgebieden. Als ze eerder zouden vertrekken, zouden ze in de sneeuw aankomen.
De nachtegaal
De nachtegaal is vooral beroemd om zijn zangkunsten. Hij kan heel veel verschillende geluiden maken én hij kan behoorlijk veel lawaai maken voor zo’n klein vogeltje. Hij zingt niet alleen overdag zoals de meeste vogels, maar hij zingt ook ’s nachts gewoon door. Vandaar natuurlijk zijn naam. Nachtegalen broeden in de duinen. Je ziet ze bijna nooit, omdat ze meestal verstopt zitten in het struikgewas. Na de zomer vertrekken ze naar Afrika om te overwinteren.
De bruine kiekendief
De bruine kiekendief is een sierlijke roofvogel die soms acrobatische toeren uithaalt in de lucht. In het voorjaar laat het mannetje namelijk vaak een vers gevangen konijntje in volle vlucht vallen, zodat het vrouwtje het weer kan opvangen. In de zomer gebruiken vader en moeder kiekendief deze methode om hun jongen te leren jagen. Bruine kiekendieven die in Nederland broeden, overwinteren in Afrika, ten zuiden van de Sahara. Bruine kiekendieven die in Zweden broeden overwinteren in hetzelfde gebied. Toch komen ze elkaar onderweg nooit tegen. De Zweedse kiekendieven vliegen namelijk aan de oostkant langs de Pyreneeën, terwijl de Nederlandse kiekendieven langs de westkant gaan.
De grutto
Grutto’s eten het liefst insecten, die ze van de bodem pikken of met hun lange snavel uit de grond halen. In het topje van die snavel hebben ze gevoel, ze jagen dus op de tast! Jonge grutto’s zijn echte nestvlieders: zodra ze uit het ei zijn lopen ze rond en moeten ze zelf insecten vangen om te eten. Onderweg naar het zuiden worden grutto’s alleseters en eten ze ook rijst, besjes en schelpdieren. Overwinteren doen ze in Afrika.
Grutto’s zijn één van de eerste trekvogels die weer terug zijn in het vroege voorjaar. Halverwege februari kun je de eerste alweer luidkeels hun eigen naam horen roepen.
copyright illustraties Erik van Ommen
Tips om (trek)vogels te kijken
- Bij de jachthaven of de veerdam kun je de steltlopers op het wad mooi bekijken. Als je met opkomend water gaat kijken, komen de vogels steeds iets dichterbij.
- Vanuit de vogelhut bij de Westerplas kun je heel goed de tientallen lepelaars zien die rondom de Westerplas broeden. In de winter zie je er onder andere smienten en pijlstaarten.
- In de Bancks polder zijn trekvogels als grutto’s, brandganzen, rotganzen en goudplevieren te vinden.
- In het voorjaar hoor je in de duinen overal nachtegalen zingen.
- In het najaar zit het duinstruweel vol met lijsterachtigen. Gebruik je oren om te ontdekken waar ze zijn, want ze kunnen zich behoorlijk goed verstoppen in de struiken.
Trekvogelroute
Een mooie manier om langs de verschillende trekvogelhotspots op Schiermonnikoog te komen, is het volgen van de trekvogelroute. Je vindt de route op de website van Natuurmonumenten. In de routebeschrijving krijg je behalve de route-aanwijzingen ook meer informatie over de plekken waar je langs komt en de vogels die je daar kunt zien.
Excursies met trekvogels
- Trekvogelwandeling
- Nachtegalenexcursie
- Broedvogelexcursie
Gratis trekvogelposter
De zes nationale parken langs de Nederlandse kusten zijn de samenwerking aangegaan om deze bijzondere rijkdom in Nederland in kaart te brengen; een trekvogelposter voor jong en oud. Deze gratis poster is niet alleen mooi voor aan de muur, maar geeft ook een inkijkje in de internationale trekroute en 11 iconische trekvogels die Nederland elk jaar bezoeken. Wil jij ook zo’n mooie poster hebben? Kom dan naar informatiecentrum Het Baken en haal er een op. Wees er snel bij, want op=op!